Na een heerlijke nacht slapen en een bijzonder ontbijt (alsof je naar de Chinees gaat voor een diner) in ons hotel in Tokio splitsten we vandaag op in 3 groepen.

Teikyo University

Een groep gaat naar de Teikyo University: ‘s ochtends rond kwart voor 8 vertrekt de groep met de trein, metro en bus tijdens het immer drukke spitsuur in Tokio. Aan de rand van deze megastad staat het prachtige nieuwe gebouw van deze universiteit. We worden hartelijk ontvangen door professor Masahiro en onze collega Ryoko (USG) die voor vandaag even aanhaakt. Masahiro heeft in 2015 het Utrecht Stedelijk Gymnasium bezocht, vandaar dat wij hem nu in Tokio konden opzoeken. Het splinternieuwe gebouw is van alle gemakken voorzien, met prachtige ruimtes om samen te werken. We kijken vandaag naar hoe ze hier aan ‘active learning’ doen. Daarvoor is het van belang om een aantal randvoorwaarden te scheppen; kleine groepen, voldoende en uitnodigende ruimtes en ook 2 of meer docenten op de groep. De leerlingen gaan aan de slag met een zogenaamde concept map. Dit lijkt op een mindmap qua vorm, maar heeft een ander doel. De leerlingen hebben thuis al een conceptmap gemaakt over een krantenartikel, vanuit het perspectief van een andere persoon. Vervolgens geven de leerlingen korte presentaties van 1 minuut over hun conceptmap. De Japanse medestudenten luisteren aandachtig en geven na afloop feedback. Meer uitleg? Klik hier

Kernpunten van deze methode tijdens deze les zijn:
– activeren met moeilijke vragen via een ‘scratch quiz’ (je krast een vakje open en krijgt dus meteen feedback op je antwoord);
– engageren door elkaar feedback te geven op deze vragen en antwoorden;
– de feedback klassikaal delen met elkaar en de docent;
– kritisch denken, hoe kijkt een ander naar een bepaald concept of probleem;
– nauwkeurig formuleren. Hoe kan ik iets goed uitleggen aan iemand die niets van dit onderwerp afweet.

Na de lunch staat een discussie met beide professors op het programma. Het onderwerp is projectbased en individual learning. Tijdens de discussie komen wij erachter dat Japan hier nog niet mee bezig is. Aangezien het Japanse onderwijs tot aan de middelbare school gestandaardiseerd is. Om naar de universiteit te gaan is er een toelatingstest. Pas bij de universiteit is er de mogelijkheid om andere werkvormen toe te passen. Deze universiteit is erg nieuw (3 jaar) en heeft goede faciliteiten. Er is erg veel ruimte binnen het gebouw voor projectmating werken. Mieko en Gary hebben beiden gestudeerd in Amerika, zodoende ontstaat er een open gesprek over de toekomst van het Japanse onderwijs. Het Japanse onderwijs kent een ‘paradigma spagaat’. Aan de ene kant is er het traditionele, cultureel gestoelde en gestandaardiseerde onderwijs. Terwijl aan de andere kant, beseffen Mieko en Gary, Japan van het buitenland en globalisering kan leren. Bijvoorbeeld het toepassen van Portfolio om studenten individueel te laten leren en een mening te leren vormen. Beide systemen kennen voor- en nadelen. Plus: samenwerken, gemeenschap. Een mening vormen is lastig, omdat Japanners niet willen opvallen. De docenten zien dat ze al wel veel bereikt hebben, door bijvoorbeeld active learning toe te passen. Na het uitwisselen van de business cards en cadeaus kunnen wij nog eventjes genieten van het prachtige uitzicht van Tokio en gaan weer naar het hotel terug.

Machi Koba

Groep 2 gaat op woensdag op bezoek bij een aantal stadsfabriekjes (machi koba) om iets meer te leren over het begrip meesterschap in Japan.We hebben dit kunnen regelen via een contact in Nederland, de ambassade en het hoofd van het MKB in Japan. We stappen in de trein vlakbij het hotel en na 2 stops zijn we er al. Van hieruit wandelen we naar de eerste machi koba, ‘glass Tokyo’. Van tevoren was al aangegeven dat het klein was en dat blijkt ook. Aan de voorkant, nog buiten, zien we een aantal tafels met glaswerk erop met daarachter een ruimte van ongeveer 20m2. We worden begroet door de eigenaar, een medewerker en iemand van het ministerie. We zijn eigenlijk met teveel mensen, maar mogen toch allemaal naar binnen. We gaan met z’n allen rondom een grote tafel zitten en krijgen een introductie van meneer Kimoto. Hij vertelt dat dit bedrijf is opgericht door zijn grootvader en al 90 jaar bestaat. In eerste instantie was het een familiebedrijf, maar door de crisis heeft meneer Kimoto 10 jaar geleden het roer omgegooid en werkt nu samen met andere bedrijven, waarbij exclusiviteit voorop staat. Hij huurt designers en ambachtslieden in die het werk uitvoeren. De plek waar wij nu zijn is een soort showroom waar alles uitgestald staat. Hij laat zien wat er zoal gemaakt wordt. We zijn vooral onder de indruk van een glas wat uit een doorzichtige en zwarte glaslaag bestaat en waar met precisie stukjes zwart glas is weggeslepen waardoor je een mooi patroon krijgt. Hij vertelt dat het 10 jaar duurt om deze techniek onder de knie te krijgen, hierdoor is het moeilijk jongeren te vinden die dit ambacht willen leren, waardoor de kans bestaat dat deze techniek verdwijnt. Meneer Kimoto is ook de man die een samenwerkingsverband heeft opgericht met ambachtslieden en fabriekjes in de wijk. Dit heet Mono Machi (dingen van de stad) en bestaat inmiddels 10 jaar. Elk jaar wordt er een markt gehouden waar jonge ambachtslieden zich kunnen presenteren en hun waar kunnen verkopen. Er worden workshops georganiseerd en rondleidingen gegeven. Kinderen maken op deze manier al kennis met deze ambachten en de hoop is dat ze geïnteresseerd raken in de beroepen, zodat deze kunnen blijven bestaan. Inmiddels is het aantal winkeltjes en ambachtslieden in de wijk gestegen van 16 naar over de 200 en willen zich nog steeds nieuwe ondernemers vanuit heel Japan zich er vestigen. Meneer Kimoto stelt voor om naar een drukker te gaan die op dat moment aan het werk is. Hier drukken ze zonder inkt. Ze werken met een soort stansmachines die een patroon in leer kunnen maken of met een soort zilverfolie letters in het materiaal drukt. We zijn onder de indruk van de kleine ruimte waarin gewerkt wordt met 5 man. Waaronder de vader van de huidige eigenaar (85 jr). De gids vertelt ons dat in Japan veel respect bestaat voor mensen die productiewerk doen. Daarin kan ‘meesterschap’ bereikt worden door heel precies te werk te gaan, heel goed te worden in 1 bepaalde handeling in het totale proces. Dit werk is zeer geschikt voor mensen die niet steeds iets anders willen of kunnen doen.

Na dit bezoek is het tijd om naar onze volgende afspraak te gaan; Designers Village. Dit is gelegen in een oud schoolpand op loopafstand van de Tokyo Glass. In dit pand worden jonge designers opgeleid om het bedrijfsleven in te gaan. Ze leren marketing en organisatie voor de verkoop van hun eigen handgemaakte producten. In 3 tot 5 jaar kunnen ze op eigen benen staan. 90 % van hen is vrouw. We zien een aantal van hen aan het werk, een illustrator, iemand die stoffen knuffeltjes maakt en iemand die sieraden maakt. Dit concept lijkt erg op wat wij ook in Utrecht hebben. Meerdere jonge bedrijfjes in één ruimte.

Het volgende adres ligt wat verder weg. Onze gids bestelt een taxi, die ons naar Sato Kasei brengt. Dit is een fabriekje waar ze werken met polypropyleen. Sato Kasei begroet ons en vertelt ons dat dit een familiebedrijf is. Zijn moeder heeft in een opwelling de machines voor de fabriek gekocht waardoor zijn vader min of meer gedwongen werd hiermee te gaan werken. Sato heeft de fabriek 4 jaar geleden overgenomen. Na zijn uitleg neemt hij ons mee naar binnen voor een rondleiding. Hij vertelt ons waar het materiaal voor gebruikt wordt en hoe ze het verwerken. Één deel van de fabriek wordt gebruikt voor massaproductie, voor grootverpakkingen, denk aan bouwmaterialen. Het andere deel voor meer creatieve doeleinden, zoals speelgoed, telefoonhoesjes, grappige figuurtjes en nog veel meer. Doordat er een nieuwe machine is aangeschaft met een laser zijn er nog veel meer mogelijkheden voor de verwerking van het polypropyleen en daarnaast ook acryl. Sato houdt zich bezig met het bedenken van nieuwe creatieve mogelijkheden van het materiaal en hoopt hierdoor een bredere markt te bereiken. Ook geeft Sato workshops aan kinderen en biedt af en toe stages aan highschool leerlingen.

Onze laatste fabriek ligt op loopafstand van Sato Kasei en heet ‘Garage Sumida’. Hier worden we ontvangen door een Massa Kowaka, een vrij jonge man. Hij laat een powerpoint zien waarin we kennis maken met het bedrijf en zijn mogelijkheden. Het is een breed georiënteerd bedrijf dat enkele jaren heeft besloten om zich te gaan specialiseren in prototyping. Er wordt samengewerkt met entrepreneurs. Ze zijn in staat heel snel een prototype te maken van iets, omdat ze allerlei vaardigheden in huis hebben. Ze zijn gericht op techniek, waaronder robotica, drones en nog veel meer technische toepassingen. Ook hebben ze een afdeling voor massaproductie op het gebied van plaatstaal. Dit verwerken ze met machines, die het kunnen omvormen en snijden tot producten. Dit bedrijf geeft rondleidingen aan kinderen en werkt samen met studenten van de technische universiteit. Na deze introductie neemt Massa ons mee om het bedrijf te laten zien.

Wat ons verbaast bij een aantal van deze bezoekjes is het feit dat er weinig gekeken wordt naar veiligheid. Snoeren, leidingen alles ligt open en bloot door de bedrijven. Ook zien we mensen zonder veiligheidsschoenen of gehoorbescherming. Dat zou in Nederland ondenkbaar zijn. We zien ook dat deze mensen erg enthousiast zijn over het werk wat ze doen. We zijn overal heel vriendelijk ontvangen en hebben veel geleerd. Hoe zouden we deze informatie over het meesterschap in Japan kunnen gebruiken bij het creëren van onze toekomstvisie over het onderwijs op onze scholen? Een toekomst waarin veel banen in het lagere segment verdwijnen door robotisering?


Teamlab

De derde groep vertrekt ’s ochtends met de trein naar Teamlab. Dit is een museum waarin nieuwe techniek en op ervaringsgerichte kunst gecombineerd worden. Een gigantische hoeveelheid installaties zijn gericht op het prikkelen van alle zintuigen van de toeschouwers. In grote ruimtes worden de wanden en de vloeren belicht met animaties. Bloemmotieven, watervallen, vlinders en olifanten worden door beamers geprojecteerd op met velours beklede wanden. Als bezoeker loop je overdondert door de ruimtes en vang je ook zelf de lampen. De animaties worden ook op gezichten, armen en benen geprojecteerd, waardoor je onderdeel wordt van het kunstwerk. In dit museum zien we allerlei nieuwe media terug. Er wordt dan ook gebruik gemaakt van ruim 470 projectors en 520 computers. De organisatie van Teamlab gelooft dat deze ervaring met digitale media mensen dichter bij elkaar brengt. De groep merkt op dat alle bewegingen van jezelf en van de installaties ervoor zorgen dat je nieuwsgierig wordt naar wat er nog meer te zien en te doen is.

Het ultra nieuwe museum Teamlab bestaat uit twee verdiepingen. De bovenste verdieping, genoemd Athletics Forest, is een grote ervaringsruimte waar volwassenen, maar zeker ook kinderen, fysiek actief kunnen deelnemen aan de installaties. Er is onder andere een trampoline te vinden, waarop verschillende planeten worden geprojecteerd. Het is alsof je in de ruimte, zonder het gevoel van de zwaartekracht aan het springen bent; digitaal water stroomt vanaf een pilaar naar de diepste punten van de ruimte. Bekijk hier een video. Als laatste bezoeken we een kamer waarin kinderen (maar ook volwassenen) met vetkrijt verschillende zeedieren kunnen kleuren. Deze worden ter plekke ingescand en zijn dan direct te zien in het digitale aquarium op de muur. Teamlab wordt bezocht door jong en oud en daagt bezoekers uit actief deel te nemen aan de getoonde kunstwerken. De installaties veranderen door het gedrag van de bezoekers. Juist dit veranderende karakter van de tentoonstelling is interessant om in de les uit te proberen.